Heldere Juridische Taal

De justitiebarometer 2014 (Hoge Raad voor de Justitie, 2014), gaf aan dat 61% van de (ondervraagde) burgers juridische taal onvoldoende duidelijk vinden. Het PWO-project Heldere Juridische Taal had als doel om een innovatieve oplossing te bieden voor dit probleem.

Omdat ‘rechtstaal’ een groot veld bestrijkt – van wetten over vonnissen tot brieven van advocaten en steden en gemeenten- beperkten we ons een soort van recht waar veel burgers mee in aanraking komen: het administratief recht. Binnen dit recht keken we specifiek naar de geschreven communicatie die steden en gemeenten naar hun burgers sturen wanneer ze een omgevingsvergunning aanvragen.

We legden een aantal van deze juridische teksten (omgevingsvergunningen) voor aan leescomités van gewone burgers. Ze werden gevraagd om de teksten door te lezen en nadien werd hun juridisch begrip ervan getest. Uit de resultaten bleek dat dit juridisch begrip laag was. Ook de waardering voor de teksten was bijzonder laag. Om te achterhalen welke taalkundige factoren aan de basis liggen van de slechte verstaanbaarheid van juridisch Nederlands werden de deelnemers gevraagd om tijdens het lezen door middel van een plus-min methode aan te geven wat voor hen struikelblokken waren.

Op die manier konden we drie linguïstische categorieën onderscheiden waarin er zich problemen voordeden: woordniveau, zinsniveau en structuurniveau.

Vervolgens herschreven we de teksten op deze drie niveaus: op woordniveau waarbij we moeilijk woorden of specifieke juridische termen gingen vervangen of uitleggen, op zinsniveau waarbij we zinnen korter en persoonlijker maakten, en op structuurniveau waarbij we een duidelijke structuur gingen aanbrengen in de tekst onder andere door te werken met opsommingstekens en structuuraanduiders. In een vierde versie combineerden we alle herschrijvingen tot een volledig herwerkte tekst.

Deze herschrijvingen werden voorgelegd aan het werkveld om na te gaan of ze nog steeds juridisch correct waren en toegepast konden worden in de praktijk.

Vervolgens werden ze opnieuw getest via leescomités. Op die manier wilden we vaststellen welke herschrijving het grootste effect had. Die op woordniveau, zinsniveau, structuurniveau, of de combinatie. Ter vergelijking kreeg ook een groep deelnemers de originele versie, zonder herschrijving. Opnieuw werd hun juridisch begrip van de tekst en de waardering ervan nagegaan.

 

Wat we ontdekten was verrassend: geen van de linguïstische aanpassingen aan de juridische teksten leidde tot een beter (juridisch) begrip ervan. We konden dus concluderen dat het herwerken van bestaande juridische teksten met louter focus op linguïstische elementen niet helpt om ze verstaanbaarder te maken. Bovendien bleek er ook nauwelijks verbetering in de waardering van de teksten. Deelnemers uit de leescomités gaven in het afsluitend interview nog steeds vaak aan bedolven te worden onder de informatie waardoor hoofd- en bijzaken minder goed gescheiden konden worden.

Op basis van literatuuronderzoek besliste het onderzoeksteam vervolgens om de juridische communicatie volledig te herwerken en dit volgens het systeem van de ‘Citizen Brief’. Deze samenvattende tekst bevat uitsluitend de informatie die van rechtstreeks belang is voor de lezer, maar die juridisch nog steeds steek houdt. Wanneer we deze samenvattende teksten voorlegden aan een nieuw leescomité van gewone burgers, merkten we niet alleen een stijging in waardering, maar ook in het juridisch begrip: complexere zaken werden beter onthouden en er kon een duidelijker onderscheid gemaakt tussen belangrijke en onbelangrijke informatie.

We concluderen dan ook dat het herschrijven van teksten met louter focus op de taalkundige elementen niet leidt tot een beter tekstbegrip. Het is belangrijk  om in de eerste plaats de boodschap te verhelderen en te focussen op wat de lezer moet weten en wat de lezer moet doen. Appreciatie en juridisch begrip stijgt pas als je op maat van de burger schrijft in communicatie die naar de burger is gericht.

Contact

helderejuridischetaal@kdg.be

  • Duur Onderzoek: 1 september 2018 - 31 augustus 2020
  • KdG Medewerkers: Jean-Marc Lauwers, Jeroen Daem, Dr Jolien Van Geel
Logo PWO-project Heldere Juridische Taal